Scheefstand van de kleine teen
Overliggende of onderliggende teen
Als de kleine teen onder of boven de ‘buurteen’ (de vierde teen) staat, noemen we dat een onderliggende of overliggende kleine teen. De kleine teen is scheef of krom gegroeid en staat soms ook gedraaid. Als de kleine (gedeeltelijk) bovenop de vierde teen ligt, kan dat knellen in de schoen.
Als de scheve kleine teen onder de vierde teen ligt, is de kleine teen meestal ook zo gedraaid waardoor u op uw nagelriem loopt. Het lopen op de rand van de nagel geeft vaak pijnklachten en eeltvorming.
Over deze voetklacht
Hoe ontstaat een scheve kleine teen?
Onderliggende of overliggende scheefstand van de kleine tenen is vaak erfelijk. De meeste mensen hebben het aan beide voeten. De balans tussen de spiertjes die de teen omhoog trekken en de teen kunnen buigen is verstoord. Als de kleine teen te veel omhoog staat, zijn de strekspiertjes sterker dan de buigspiertjes. De teen wordt hierdoor omhoog getrokken. Bij een kleine teen die onder de andere teen staat, gebeurt het omgekeerde: de buigspiertjes zijn sterker dan de strekspiertjes. Daardoor wordt de teen naar beneden getrokken.
We weten nog niet goed waardoor het evenwicht in de teenspieren verstoord wordt.
Welke klachten geeft een scheve kleine teen?
Op blote voeten of slippers hebben de meeste mensen geen klachten van een scheve kleine teen, in schoenen wel. In de schoen drukken de ‘dubbele’ tenen tegen de neus van de schoen. Op die manier kunnen drukplekken, eelt en zelfs wondjes ontstaan.
Als de kleine teen onder de vierde teen duikt, kan ook ontstaan doordat de nagel van de kleine teen in de vierde teen drukt.
Hoe herkent de specialist een scheve kleine teen?
Uw specialist herkent de overliggende- of onderliggende kleine teen gemakkelijk bij het lichamelijk onderzoek. Er is meestal geen röntgenfoto nodig om de diagnose te stellen.
Welke behandelingen zijn er voor een scheve kleine teen?
Indien u niet te veel problemen heeft met het dragen van schoenen wordt er meestal eerst geprobeerd de klachten te verhelpen met een conservatieve (niet-operatieve) behandeling. Welke behandeling het beste is voor u, hangt af van uw voettype, de ernst van de scheefstand van de kleine teen en uw wensen.
Behandelingen van een scheve kleine teen zonder operatie
De niet-operatie behandelingen zijn bedoeld om de klachten te verminderen. De schuine stand van de kleine teen zal er niet door veranderen. Hieronder leest u de verschillende niet-operatieve behandelingen.
Behandelingen van een scheve kleine teen met operatie
Een standscorrectie van de scheve kleine teen kan op heel veel manieren worden verricht. In de Bergman kliniek (locatie Naarden) is gekozen voor de zogenaamde ‘minimaal invasieve’ operatietechniek. Deze moderne techniek wordt uitgevoerd via een paar kleine steekgaatjes in de huid. Het voordeel van deze techniek is dat het herstel sneller gaat en u niet of nauwelijks zichtbare littekens aan over houdt. Via een klein gaatje in de huid het strekpeesje van de teen verlengd. Hierdoor kan de teen weer plat gaan liggen. Als hier nog onvoldoende correctie mee wordt verkregen kan van dezelfde techniek botje van het teenkootje of middenvoetsbeentje van de kleine teen gebroken worden om de teen nog wat rechter te zetten. Het bot groeit dan vast in de rechte stand.
Geadviseerd om niet te doen
Een amputatie van een scheve kleine teen wordt in bijna alle gevallen afgeraden. Als de kleine teen geamputeerd wordt, ontstaat vaak een zogenaamde 'schouder' aan de buitenkant van de voet (zie onderstaande foto's). Zo’n ‘schouder’ kan een drukplek geven in de schoen, omdat er ter plekke een 'puntbelasting' ontstaat. Als het toch nodig zou zijn om de teen te amputeren, kan het ontstaan van een ‘schouder’ worden voorkomen door tevens deel van het middenvoetsbeentje te verwijderen. Hierdoor ontstaat een meer geleidelijke overgang.