Open chirurgie
Operatietechnieken bij hamer- en klauwtenen
Hieronder worden twee verschillende veel gebruikte operatietechnieken beschreven. Er zitten maar kleine verschillen in uitkomst tussen de twee technieken. Beide technieken hebben zo hun voor- en nadelen die nader zullen worden uitgelegd.
Deel van het teengewricht verwijderen
Deze operatie kan niet met minimale chirurgie worden gedaan, hierbij is dus wel een snee over de teen nodig.
Bij deze operatie worden een stukje bot van het uiteinde van het eerste kootje afgehaald. Vervolgens worden heet eerste en tweede kootjes tijdelijk gefixeerd met een pinnetje. Hierdoor komt de teen weer recht te staan.
Dit gebeurt via een kleine snee op de bovenkant van de teen, op de plek waar de bult zit. Er wordt er een klein metalen pinnetje ingebracht, dat een klein stukje uit de teen blijft steken. Het pinnetje wordt later weer verwijderd.
Het voordeel van deze techniek is dat de teen nog wel een klein beetje gebogen kan worden nadat het pinnetje is verwijderd. Hierdoor zal het aller voorste gewrichtje ook niet krom gaan groeien (er zal zich geen Mallet teen gaan ontwikkelen). Het nadeel is dat er wel een kans bestaat dat de teen in het geopereerde gewrichtje weer wat krom gaat groeien. Een voor of nadeel kan zijn dat de teen door de operatie over het algemeen wat korter wordt.
Vastzetten gewrichten van de teen
Ook deze operatie kan niet met minimale chirurgie worden gedaan, hierbij is dus ook een snee over de teen nodig.
Bij deze operatie worden het eerste en tweede kootje aan elkaar vastgezet. Van het uiteinde van het eerste kootje en het begin van het tweede kootje wordt iets weggehaald, vervolgens worden de twee kootjes recht tegen elkaar tijdelijk vastgezet met een pinnetje. Het is de bedoeling dat de twee botdelen aan elkaar groeien. Hierdoor komt de teen weer recht te staan en wordt de teen stijf.
Dit gebeurt via een kleine snee op de bovenkant van de teen, op de plek waar de bult zit. Er wordt er een klein metalen pinnetje ingebracht, dat een klein stukje uit de teen blijft steken. Het pinnetje wordt later weer verwijderd. De bedoeling is dat het gewrichtje na de operatie zal vastgroeien.
Een voordeel van deze operatie is dat als het gewrichtje daadwerkelijk vastgroeit, de teen nooit meer krom kan groeien. Het nadeel van de operatie is dat het geopereerde gewrichtje stijf geworden is in een rechte stand, waardoor er een grotere kans is dat het voorste gewrichtje krom gaat staan (de ontwikkeling van een Mallet teen). De kans op deze complicatie ongeveer 10%.
De techniek waarbij het gewrichtje wordt vastgezet wordt meestal gekozen bij:
- Een hamerteen die al een keer geopereerd geweest is, maar weer krom is gaan staan
- Een hamerteen scheef staat naar de zijkant
- Als de hamerteen veroorzaakt wordt door een neurologische aandoening of spierziekte
Soms hebben mensen geen kromme tenen, maar te lange tenen. Te lange tenen kunnen fors hinderen in de schoen, bijvoorbeeld als hiervoor een grotere schoenmaat moet worden gekocht (waardoor de schoen dan ook vaak meteen wijder wordt). In speciale gevallen kan gekozen worden om een te lange teen wat in te korten. Dit gebeurt op dezelfde manier als bij een kromme teen. Het middelste gewrichtje wordt verwijderd, de teen wordt daarna tijdelijk met een pinnetje gefixeerd. De teen blijft voor altijd stijf na de ingreep, en vaak ook iets dikker dan voor de operatie. Hieronder ziet u een voorbeeld van een verkorting van de tweede teen (dus naast de grote teen).