Welke klachten geeft een hamerteen of klauwteen?
Pijnklachten
Door de kromme stand van de teen, drukt de teen tegen de schoen op plekken waar dit niet hoort. Dat doet pijn en er ontstaat pijnlijk eelt. Het gewrichtje tussen het eerste en tweede kootje wordt omhoog geduwd, tegen de schoen. Op dat gewricht kan een pijnlijke likdoorn ontstaan die kan gaan ontsteken door de wrijving.
Bij een stugge klauwteen wijst het puntje van de teen naar beneden. Het puntje wrijft hierdoor tegen de zool en er komt pijnlijk eelt op. Een stugge hamerteen of klauwteen past vaak niet meer goed in een normale schoen. Aan de bovenkant van de schoen is te weinig ruimte voor de kromme teen en de voet wordt naar beneden gedrukt. Daardoor ontstaat ook aan de onderkant van de voet pijnlijk eelt.
Het gewrichtje tussen het middenvoetsbeentje en het eerste kootje (MTP-gewricht) kan heel pijnlijk worden, en zelfs uit de kom gaan. Hierdoor komt er nog meer druk onder het kopje van het middenvoetsbeentje, aan de onderkant van de voet. Een hamerteen of klauwteen kan dus pijn veroorzaken zowel aan de onderkant als aan de bovenkant van de voet.
Instabiel gewricht
Als een ernstige hamerteen al wat langer bestaat, wordt het gewrichtje van het betrokken middenvoetsbeentje steeds instabieler en kan de teen langzaam steeds verder uit de kom raken. De gewrichts-glijvlakken zijn nog intact, maar de teen is uit balans. Niet alleen de balans tussen de pezen aan de bovenzijde en onderzijde is verstoord, maar ook de balans tussen de bandjes die in het gewrichtskapsel zitten. Deze instabiliteit is vaak pijnlijk in het gewricht, waar de voorvoet buigt tijdens het lopen. Deze klachten komen dus bovenop de klachten aan de bovenkant en de top van de teen.
Dit gebeurt vaker bij ernstige scheefstand van de grote teen (een zogenaamde hallux valgus), omdat de grote teen de tweede teen wegdrukt. Omdat hierdoor ook het kopje van het middenvoetsbeentje naar beneden wordt gedrukt, kan het gewrichtskapsel aan de onderkant dunner en dunner worden, totdat het scheurt. Zodra er scheurtjes in het gewrichtskapsel verschijnen is het gewricht ‘instabiel’.
Aanvankelijk is er nog een goede genezingsimpuls, maar als deze situatie langer blijft bestaan, kan het gewricht langzaam uit de kom gaan glijden. Als ook de stevige band (de zogenaamde plantaire plaat) aan de onderkant van het gewrichtje scheurt, schuift de teen steeds verder uit de kom. Hieronder is weergegeven hoe dat er van binnen uitziet.
Als het gewrichtje blijvend uit de kom is, komt de teen steeds hoger te staan. Soms gaat het instabiele gewrichtje dan geleidelijk minder pijn doen. Het lichaam ‘went’ aan de nieuwe situatie. Wel kunnen op dat moment de pijnklachten onder de bal van de voet ontstaan of erger worden, omdat het middenvoetsbeentje steeds meer ‘de grond’ in wordt gedrukt door de hoogstaande teen.
Neo-gewricht
Als de gewrichts-glijvlakken niet langer netjes tegenover elkaar liggen, kan de ongelijkmatige druk in het gewricht schade veroorzaken aan het dunne kraakbeenlaagje op de kop van het middenvoetsbeentje. Op de plek waar de druk het grootst is, kan soms een inkeping ontstaan. Deze situatie wordt aangeduid als een 'neo-gewricht' (nieuw ‘gewricht’), omdat er een nieuw punt is ontstaan waar het gewricht beweegt als een scharnier.
Indien met een operatie de teen weer in zijn oorspronkelijke kom wordt geduwd, is er een reële kans dat de teen toch weer het nieuw ingesleten kommetje gaat opzoeken en daardoor de teen toch niet goed komt te staan. Dat maakt de kans op een succesvolle operatieve ingreep bij voorbaat al kleiner.
Gewrichtsglijbaan
Wanneer het gewricht van de tweede teen langdurig uit de kom is, kan het voortdurend op en neer schuiven leiden tot het inslijten de op elkaar schuivende botten. Het oppervlak van de kopje van het middenvoetsbeentje krijgt dan de vorm van een glijbaan waarlangs de teen beweegt, het slijt voor een deel weg.