Behandelingen met operatie
Wanneer een niet-operatieve behandeling niet helpt, kan een operatie nodig zijn. De keuze om wel of niet te opereren hangt af van het soort artrose, hoe het gewricht eraan toe is en de plaats waar de artrose zich bevindt.
Beginnende slijtage van de voetwortelgewrichtjes
Als de artrose nog niet heel ernstig is, is het jammer om de gewrichtjes operatief vast te schroeven. Het kan helpen om de krachten die op de middenvoet komen bij het lopen door middel van een operatie iets te verminderen. Dit kan door middel van het operatief verlengen van de kuitspier. Heel veel mensen met artrose van de voetwortelgewrichtjes blijken een korte kuitspier te hebben. De korte kuitspier is waarschijnlijk één van de redenen waardoor de slijtage in de middenvoet kan ontstaan. Indien de voetwortelgewrichtjes wel al pijn doen maar nog niet heel erg versleten zijn, kan daarom een operatieve kuitspierverlenging een goede oplossing zijn. De revalidatie van een dergelijke operatie is niet erg lang en niet erg belastend.
Operatieve behandeling van ernstige (of ver gevorderde) voetwortelartrose
Als het probleem niet (alleen) meer kan worden opgelost met een operatieve kuitspierverlenging, kunnen de voetwortelgewrichtjes (of een deel ervan) worden operatief vastgezet. Deze operatie wordt een artrodese genoemd. Het zieke kraakbeen wordt verwijderd en de botdelen vastgezet met schroeven en/of platen. Soms wordt er een stukje bot van elders uit uw lichaam tussen de te fixeren botdelen geplaatst om een betere botgenezing te bewerkstelligen. De botten zijn normaliter na een aantal maanden aan elkaar vastgegroeid. Niet alle voetwortelgewrichtjes kunnen op deze manier worden vastgezet. De eerste drie middenvoetsbeentjes (gerekend vanaf de kant van de grote teen) zijn wel geschikt om vast te zetten. Deze gewrichtjes bewegen van nature al niet erg veel. . De gewrichtjes van de buitenste twee middenvoetsbeentjes zijn van nature veel bewegelijker, en die beweging is ook erg belangrijk voor een goede functie van de voet. Daarom wordt het over het algemeen afgeraden om de twee buitenste middenvoetswortelbeentjes vast te zetten.
Omdat de botten na een dergelijke operatie niet erg gemakkelijk aan elkaar vastgroeien, bestaat de nabehandeling uit een gipsbehandeling waarbij de voet de eerste weken niet belast worden. Zeker voor een oudere patiënt kan dit soms erg lastig zijn.
In de afbeeldingen hieronder ziet u voorbeelden waarbij de middelste 3 middenvoetswortelbeentjes operatief zijn vastgezet.