Schade aan het gewrichtskraakbeen
Vaak door een enkelverstuiking
Kraakbeenschade van de enkel ontstaat vaak door een enkelverstuiking (of meerdere enkelverstuikingen). De kraakbeenschade na een enkelverstuiking zit meestal aan de voorkant/buitenkant van het sprongbeen. Bij ongeveer 10% van de mensen bij wie kraakbeenletsel van de enkel wordt gevonden, blijkt dat zij dit zowel rechts als links hebben. De schade bevindt zich dan meestal aan de achter/binnenzijde van het sprongbeen en de oorzaak is meestal niet een verstuiking.
Sommige beschadigingen aan het kraakbeen kunnen worden behandeld door kleine gaatjes te boren in het bot dat is bloot komen te liggen door de beschadiging in het kraakbeen. Deze behandeling wordt fourage genoemd (zie afbeelding). Niet alle patiënten zijn tevreden over het resultaat van een fourage behandeling.
Beeld van een fourage behandeling tijdens een kijkoperatie. Het kraakbeendefect wordt aangeprikt met een chondro-pick.
In de literatuur worden goede tot uitstekende resultaten beschreven in 23% tot 93%. De ene specialist zegt dus een veel groter succespercentage te hebben dan de andere. Het is niet helemaal duidelijk waarom er zulke grote verschillen gevonden worden, waarschijnlijk heeft een hogere leeftijd van de patiënt, overgewicht, de grootte van het kraakbeendefect en de eventuele aanwezigheid van slijtage in de enkel een negatieve invloed op de uitkomst van de operatie.
Na een fourage behandeling mag u over het algemeen de enkel 6 weken helemaal niet belasten.