Aanvullend onderzoek bij tenenlopen
Gangbeeldanalyse
Soms zal de arts aanvullend onderzoek aanvragen om oorzaken uit te sluiten of vast te stellen. Met een röntgenfoto controleert de arts of er afwijkingen zijn aan botten of gewrichten.
Wanneer de specialist twijfelt of het tenenlopen idiopathisch of neurologisch is, kan hij een gangbeeldanalyse doen. Het looppatroon wordt dan met camera’s vanuit verschillende hoeken gefilmd terwijl met opgeplakte sensoren de spierspanning wordt gemeten. Een gangbeeldanalyse geeft goed inzicht hoe spieren en gewrichten samenwerken bij het lopen.
Wanneer de arts aan een neurologische oorzaak denkt, kan de specialist een MRI van de wervelkolom laten maken. Bij een jong kind zal het kind eventjes in slaap worden gebracht om de MRI te kunnen maken. Ook kan de specialist met een elektromyografie (EMG) de elektrische activiteit van de spieren gemeten. Bij tenenlopers door een neurologische oorzaak kan het EMG afwijkend zijn.
Soms is bloedonderzoek nodig om een neurologische oorzaak uit te sluiten.