Schade aan het vetkussen van de voetzolen
Waar bestaat ‘het vetkussen’ (ook wel fat pad) onder de voet uit?
De voetzool is de enige huidplek waar we de hele dag met ons hele gewicht op kunnen staan zonder doorligwondjes te krijgen. De vetkussens onder de voet leveren daaraan een zeer belangrijke bijdrage. De vetkussens (fat pad genoemd) bevindt zich onder de bal van de voet en de hiel. De belangrijkste functie ervan is om de onderliggende botten, pezen, bloedvaten en zenuwen te beschermen tegen druk- en schuifkrachten. De fat pad heeft daarnaast ook een schokabsorberende functie.
De vetkussentjes onder de bal van de voet en de hiel kunnen dunner worden. Ook kan het voetkussen onder de voorvoet zich te ver naar voren verplaatsen, waardoor de functie ervan grotendeels verloren gaat. Daarnaast kan door een te grote druk op de fat pad vetkamerschade ontstaan doordat de wanden van de kleine compartimenten breken.
Vetkamerschade
Als het vetkussen onder de voorvoet dunner geworden is, noemen we dat een ‘doorgezakte voorvoet’. De voetbotjes komen door de vetkamerschade dichter bij de grond te liggen. De botjes zijn dan vaak goed te voelen als je er met je vinger op drukt. De voetzool onder de hiel kan ook dunner worden. Als het hielbot bij aanraking aan de onderzijde goed te voelen is, bestaat er een gerede kans dat er sprake is van vetkamerschade. Er zijn verschillende stadia van vetkamerschade, van mild tot ernstig. Vetkamerschade kan een allerlei verschillende pijnklachten genereren.
Over deze voetklacht
Hoe ontstaat schade aan het vetkussen onder de voet?
Meestal door veroudering of overbelasting
De vetkamerschade ontstaat meestal door overbelasting en/of veroudering van het weefsel. Overbelasting kan veroorzaakt worden door overgewicht, een lopend of staand beroep, of het dragen van hele hoge hakken. Mensen met korte kuitspieren kunnen eerder vetkamerschade ontwikkelen. Bepaalde ziekten (zoals diabetes) en geneesmiddelen (zoals chemotherapie en prednison) kunnen de kwaliteit van de fat pad verslechteren.
Verschuiving van de vetkamers
Het weefsel onder bal van de voet wordt opgerekt bij iedere stap die we zetten. Als we over onze tenen afrollen, beweegt de fat pad mee naar voren. Door de druk onder de bal van de voet veert de fat pad niet zo gemakkelijk meer terug. In de loop der jaren kan hierdoor een verschuiving van de fat pad ontstaan. Dit gebeurt vooral als de fat pad door veroudering of ziekte wat slapper geworden is. Als het vetkussen naar voren is verplaatst, kunnen de tenen wat omhoog gaan staan. Als de tenen omhoog gaan staan dragen ze geen gewicht meer en komt er nog meer druk onder de bal van de voet. Daarnaast worden de buigpezen van de tenen zwaarder belast en opgerekt. De buigpezen kunnen hierdoor geïrriteerd raken.
De buigpezen van de tenen staan onder druk
U kunt uw tenen krommen dankzij lange en korte teenbuigspieren, waarvan de pezen tussen de voetbotjes en de fat pad lopen. Om iedere pees loopt een dun kokertje (het peeskokertje) die ervoor zorgt dat de pees gemakkelijk heen en weer kan bewegen. Op het moment dat de fat pad dunner wordt of beschadigd raakt, worden de pezen en peeskokers niet meer ‘gepolsterd’ en komt er dus meer gewicht op. Als de druk op de pezen langere tijd bestaat, raakt het dunne kokertje om de pees beschadigd. De vloeistof in de peeskoker lekt vervolgens de vetkamers in, die hierdoor verder kunnen beschadigen.
Invloed van schoenen?
Waarschijnlijk hebben schoenen wel een rol in het ontstaan van vetkamerschade. Volkeren die veel op blote voeten lopen lijken niet of nauwelijks vetkamerschade te ontwikkelen. Kennelijk wordt de voetzool beter getraind door het lopen op blote voeten. De afgelopen decennia zijn mensen steeds meer op kunststof, schok dempende zolen gaan lopen. Dit heeft veroorzaakt dat onze eigen voetkussens steeds minder hard hebben hoeven werken, want de schoenen vangen al het grootste deel van de schokken op. Misschien verwennen we op deze manier onze voetzolen wel te veel. We moeten nog meer onderzoek doen om erachter te komen of het lopen op blote voeten beter is voor de fat pad dan het dragen van schoenen.
Wat voor klachten kunnen ontstaan door vetkamerschade?
De klachten die ontstaan door schade van de vetkussens onder de voet kunnen erg lijken op andere voetaandoeningen, bijvoorbeeld hielspoor bij de pijn aan de hak. In geval van voorvoet pijn kunnen de klachten erg lijken op een neuroom van Morton. Hieronder volgt een overzicht van klachten die kunnen ontstaan bij vetkamerschade.
Hiel
- Tintelend, stekend of verdoofd gevoel onder de hak, zowel bij belasting (lopen, staan), als in rust (zitten, in bed);
- De pijn wordt vaak meer aan de zijkant(en) van de hak ervaren dan in het midden (dit is een verschil met hielspoor).
Voorvoet
- De meeste belasting onder de bal van de voet vindt plaats bij de kopjes van de vijf middenvoetsbeentjes. Bij schade aan de vetkussens begint de pijn meestal in het midden van de bal van de voet. Na verloop van tijd kan de pijn zich uitbreiden over de hele bal van de voet.
- Tintelend, stekend, brandend of verdoofd gevoel bij de bal van de voet, zowel bij belasting (lopen, staan), als in rust (zitten, in bed);
- De klachten kunnen verergeren door langdurige belasting, bij lopen of stilstaan.
Zie ook: hamer- of klauwteen.
Wanneer het vetkussen onder de voet door de voetbotjes naar voren en opzij worden geduwd, wordt de vetmassa in de ruimte tussen de voetbotjes gedrukt. In die ruimte lopen kleine zenuwtjes die dan pijn kunnen gaan doen.
Schade aan het vetkussen: vier stadia
Schade aan het vetkussen ontstaat geleidelijk. Eerst wordt de fat pad een klein beetje dunner, in verloop van tijd kan er meer schade optreden. Wij onderscheiden 4 stadia, die met een echo goed te onderscheiden zijn. Het stadium van de vetkamerschade kan invloed hebben op de mate van pijnklachten. Hieronder volgen de (echografische) stadia:
- Stadium 1: De fat pad is dunner geworden, tot minder dan de helft van de normale dikte;
- Stadium 2: De verschillende compartimenten in het vetkussen komen los van elkaar en gaan ‘lekken’, het vet kan nu vrijelijk heen en weer stromen;
- Stadium 3: De compartimenten in het vetkussen worden niet meer goed doorbloed en sterven af. Het lichaam probeert het op te ruimen en maakt hierbij littekenweefsel aan.
- Stadium 4: De fat pad is nu zo dun geworden dat de voetbotjes direct onder de huid te voelen zijn.
Hoe herkent uw specialist een beschadigd vetkussen onder de voet?
De diagnose wordt gesteld op basis van uw verhaal en lichamelijk onderzoek en waar mogelijk echografisch onderzoek.
Bij het lichamelijk onderzoek beoordeelt uw specialist de kwaliteit van uw vetkussen of onder de voorvoet of de hiel. Daarnaast kijkt hij/zij ook naar de stand van uw voet (bijvoorbeeld een holvoet of een platvoet) en naar eventuele verkorting van uw kuitspieren.
Vaak zal ook aanvullend beeldvormend onderzoek gedaan. Echografisch onderzoek is heel geschikt om de dikte en de kwaliteit van het vetkussen te beoordelen. Ook de kwaliteit van de buigpezen onder de voet kunnen echografisch goed in beeld worden gebracht. Een röntgenfoto is vooral bedoeld om de stand van de botten te beoordelen, het vetkussen is niet goed te zien.
De waarde van echografie
Echografie is een onderzoek met ultrageluidsgolven. Geluidsgolven die weerkaatsen op de grensvlakken tussen zachte en hardere structuren. Op die manier ontstaat een beeld van de lichaamsstructuren onder de huid, zoals spieren, pezen, zenuwen, bloedvaten en gewrichten.
Voorbeeld van een echografisch onderzoek van een beschadigde fat pad
Welke behandelingen zijn er voor schade aan het vetkussen onder de voet?
Heel belangrijk is om te weten dat er geen operatie bestaat om vetkamerschade te opereren. Een vetkamerschade kan zich niet meer herstellen zoals het ooit was. Wij merken vaak dat patiënten hopen of verwachten dat er een operatieve oplossing is, maar die is er helaas echt niet. Er zal dus altijd met een conservatieve (= niet-operatieve) behandeling getracht worden de klachten te verminderen. Het herstel gaat meestal heel langzaam, het duurt vele maanden tot een jaar voordat een duidelijke verbetering van de voetklachten merkbaar zal zijn. Hoe snel het herstel gaat en hoeveel klachtenvermindering het geeft, hangt ook af van het stadium van de vetkamerschade en hoe lang de klachten al bestaan.
Belangrijk: verwacht geen wonderen!
Behandelingen zonder operatie
Er zijn verschillende manieren om de klachten van vetkamerschade zonder operatie te behandelen:
- Blootsvoets lopen
- Gebruik van voetenroller
- Schoenaanpassingen
- Schoenadvies
- Druk verdelende steunzolen
- Pijnstillers (NSAID'S)
Blootsvoets lopen
Net zoals bij de hersenen en de spieren, moet je trainen om de vetkussens in goede conditie te houden. Van nature loopt de mens blootvoets, daar zijn onze voeten voor gebouwd. De vetkussens hebben een andere functie als we met schoenen lopen. Door zoveel mogelijk blootsvoets te lopen worden de voeten ook minder gevoelig voor pijnprikkels. De looptechniek op blote voeten is ook vaak anders dan met schoenen, mensen zetten hun voeten ‘zachter’ neer op de grond. De voeten worden op die manier minder belast. Als u deze looptechniek leert te gebruiken voor de momenten dat u schoenen moet dragen zult u minder klachten ervaren.
Deze looptechniek wordt in ‘workshops’ aangeboden, bijvoorbeeld op de website van Barefoot & More.
De voetenroller om ongevoeliger te raken
Mensen met pijn onder de voet gaan vaak steeds op zachtere steunzolen en schoenen lopen om de pijn te verminderen. Vaak werkt dat op den duur averechts. De voeten worden steeds gevoeliger, een soort verwende ‘prinses op de erwt’. Daarom is het juist goed om uw voeten dagelijks een ‘pijnprikkel’ toe te dienen. Dit kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld door dagelijks over een grindpad te lopen. Voor wie geen grindpad voorhanden heeft, kan een zogenaamde ‘voetenroller’ een uitkomst zijn. Voetenrollers bestaan in veel verschillende modellen en zijn in veel winkels verkrijgbaar. Het beste kunt u een stevig model uitzoeken die stekelig genoeg is om voldoende pijnprikkels te geven. Bijkomend voordeel is dat het de bloedsomloop van de huid onder de voeten stimuleert.
Schoenaanpassingen
Het tegenovergestelde van pijnprikkels toedienen door een voetenroller, is het ‘verwennen’ van de voeten door aanpassingen aan de schoen. Deze behandeling is vooral bedoeld voor de periode dat de loopafstand nog erg beperkt is doordat de voeten nog erg gevoelig zijn. Door middel van druk verdelende technieken in en onder de schoen kan een deel van de schok dempende functie van het voetkussen worden overgenomen. De orthopedisch schoentechnicus kan de hak en zool van uw eigen (confectie)schoenen zo aanpassen (dit heet een afwikkelbalk, zie illustraties) dat u bij het lopen meer verend landt op de hiel en dat er minder gewicht op de voorvoet komt te staan.
Zoals gezegd, u ‘verwent’ uw voet hiermee. Daarom adviseren wij zo’n schoenaanpassing als tijdelijke maatregel. Indien het noodzakelijk is om deze schoenvoorziening voor langere tijd te gebruiken, adviseren we om het te combineren met het dagelijks gebruik van de voetenroller. Helaas zal niet iedereen pijnvrij worden met een schoenaanpassing.
Klein hakje
Verhoogde hak bij hielpijn
Als het vooral de hielen pijnlijk zijn, kan een hakhoogte van 1 tot 2,5 cm de klachten verminderen. Vanaf een hakhoogte van 3 cm komt het centrum van het lichaamsgewicht belangrijk naar voren en wordt daarom afgeraden. Als het vetkussen onder de voorvoet is aangedaan, is het beter om met een platte schoen te lopen.
Dempende zool
Schoenen met een verende of schok dempende zool en hak, bijvoorbeeld hardloopschoenen kunnen helpen om de klachten verminderen. Hiermee verwent u uw voeten wel weer.
Schoenen die goed afwikkelen
Bij vetkamerschade onder de voorvoet, gaat het lopen gemakkelijker als de schoen wat meer ‘doorrolt’. Als de neus van de schoen wat meer omhoog staat, rolt de schoen beter door. Hierdoor vermindert de druk onder de voorvoet. Dit soort schoenen zijn verkrijgbaar bij merken als Mephisto Sano en MBT-schoenen. U kunt deze schoenen vinden bij schoenen speciaalzaken die lid zijn van Podolinéa. In deze schoenenwinkels kunnen ze u vakkundig advies geven over de verschillende soorten schoenen met een afwikkelcompensatie.
Steunzolen die de druk verdelen
De bedoeling van volcontactzolen is dat ze optimaal over de gehele voetzool aansluiten. Het gewicht wat de voetzool moet dragen kan op deze manier gelijkmatiger verdeeld worden. Daarvoor worden de voeten eerst in gescand met een 3D-scanner, die het hele landschap van de voetzool in scant. Een volcontactzool kan pijnklachten aanzienlijk verlichten.
Het nadeel ervan is dat de voetzool ‘verwend’ wordt, daarom raden we aan de voeten dagelijks pijnprikkels te geven met de voetenroller en/of te trainen door op blote voeten te lopen.
Let op: genoeg ruimte voor steunzool
Er dient altijd voldoende ruimte te zijn in uw schoenen voor een volcontactzool. Het beste kunt u deze steunzolen dragen in met een uitneembare binnenzool. Dan kunt u de standaard binnenzool voor de volcontactzool verwisselen.
Pijnstillers (NSAID’s)
Aangezien bijna alle geneesmiddelen bijwerkingen hebben, adviseren wij om met de minst schadelijke pijnstiller te beginnen? Paracetamol is een krachtige pijnstiller waar die meeste mensen goed kunnen verdragen. U kunt pijnklachten verminderen door Voltaren-gel of Ibuprofen-gel (NAIDS-gels) op de pijnlijke plek smeren. U kunt diclofenac-gel 1-3% of ibuprofen-gel 5%, 2 tot 4 maal per dag zachtjes op de pijnlijke plek smeren. De NSAID-gels zijn vooral bedoeld voor pijn onder de huid op een kleine plek van uw lichaam. Ze kunnen even goed werken als de tabletten, maar geven veel minder kans op bijwerkingen. Als u al lang pijnstillers slikt, hebben gels vaak een minder goed effect.
NSAID-tabletten of -zetpillen (zoals naproxen, ibuprofen of diclofenac) zijn krachtige goede pijnstillers, helaas regelmatig gepaard gaand met vervelende bijwerkingen. Lees hiervoor de informatie op de bijsluiter bij deze medicijnen. Bij chronisch gebruik van NSAID’s dient u met uw huisarts te overleggen.
Behandelingen met operatie
Eerlijk is eerlijk: Het wordt ons heel vaak gevraagd, maar het herstellen van vetkamerschade is niet mogelijk. Als alle niet operatieve behandelingen bij u geen gunstig effect hebben opgeleverd en u heel veel klachten heeft, zijn er soms nog wat ‘kleine’ oplossingen gevonden worden met een operatie. Met de nadruk op kleine oplossingen, want er is helaas geen operatie denkbaar waar u geheel klachtenvrij door gaat worden!
Lees hieronder meer over de operatieve behandelingen van vetkamerschade.
Kuitspierverlenging
Indien uw kuitspier erg kort is (dat kan worden vastgesteld bij het lichamelijk onderzoek) ontstaat hierdoor erg veel druk op de voorvoet. Door de kuitspier operatief iets te verlengen, wordt de voorvoet iets minder belast tijdens het lopen. Deze operatie heet een gastrocslide.
De kuitspierverlenging gebeurt door een klein sneetje aan de binnenzijde van de kuit, ongeveer 15 cm boven het hielbeen.
De kuitspierverlenging kan ook in de knieholte worden verricht. Deze techniek wordt vooral gebruikt bij sporters. De verlenging van de kuitspier is iets minder groot bij deze techniek, waardoor er ook minder krachtsverlies van de kuitspier optreedt.
Door de achillespees of kuitspier te verlengen, vermindert wel de kracht om op de tenen te staan. Ook duurt het meestal wel een jaar voordat men gewend is aan de verlenging van de pees.
Korter maken van middenvoetsbeentjes
Deze operatie is maar zelden een geschikte behandeling voor vetkamerschade. Uw arts kan bepalen of er een indicatie is. Via een paar kleine steekgaatjes worden enkele middenvoetsbeentjes gebroken vlak bij het gewrichtje met de tenen. Deze breukjes worden vastgezet met schroefjes. Door de gebroken middenvoetsbeentjes gewoon te belasten tijdens het lopen, groeien de botjes vast in een stand waarin ze wat minder zwaar belast worden (de botjes staan na de operatie vaak enkele millimeters hoger of zijn iets korter). Deze operatiemethode heet DMMO (distal metatarsal mini-invasive osteotomy). Bij deze techniek is het de bedoeling om de dag na de operatie de geopereerd voet al wat te gaan belasten. Omdat de voet nog wel veel rust nodig heeft om volledig te herstellen, kunt u de eerste paar weken alleen kleine stukjes binnenshuis lopen. Over het algemeen is het belasten van de voet na een DMMO operatie niet erg pijnlijk.
Of deze techniek voor u geschikt is, hangt sterk af van de kwaliteit van het vetkussen onder de gehele bal van de voet.
Video uitleg van DMMO
Complicaties en hersteltijden na een operatieve behandeling
Wilt u meer weten over de complicaties en hersteltijden na een operatieve behandeling? Kies dan onderstaand een onderwerp:
De meest voorkomende complicaties
Helaas kunnen complicaties bij elke operatie voorkomen, hoezeer uw specialist dit ook probeert te vermijden. Hieronder volgt een lijstje van de meest vóórkomende complicaties, zoals die in de literatuur worden beschreven met erachter het percentage van de geopereerden bij wie deze complicatie voorkomt.
Complicaties na verlengen van de kuitspier (gastrocslide)
- Onvoldoende verdwijnen van de voetklachten (5–15%);
- Veranderde vorm van de kuit (dunnere kuit door verlies van spiermassa);
- Verminderde kracht van de kuitspier, moeilijker om op de tenen te staan;
- Terugkomende voetklachten langere tijd na de operatie (10%);
- Zenuwschade (nervus suralis), kan zich uiten in pijn of gevoelloosheid (5%);
- Problemen met de operatiewond (1-2%): Wondinfectie (1%) *, trage wondgenezing*, pijnlijk of verkleefd litteken;
- Trombosebeen of longembolie (0,5%) *. Bij trombose raakt een bloedvat verstopt door een bloedpropje. Omdat het bloed dan niet meer terug kan stromen naar het hart wordt het aangedane lichaamsdeel (in dit geval het been) dik, rood en pijnlijk. Als het bloedpropjes losschiet, kan het in de longen terecht komen. Dat heet een longembolie. Bij de gastrocslide krijgt u zolang u gips heeft anti-tromboseprikjes voorgeschreven. Hiermee wordt de kans op trombose heel klein.
- Uitgestelde terugkeer naar activiteiten en/of werk;
- Complex Regionaal Pijn Syndroom (CRPS), ook wel posttraumatische dystrofie (PD) of Südeckse dystrofie genoemd: zeer zeldzaam;
* Betekent dat deze kans veel vaker voorkomt bij patiënten die roken
Complicaties na een DMMO
- Blijvende (vaak wel verminderde) voorvoetpijn, of pijn op een andere plek onder de voorvoet: 20-30%;
- De gebroken botjes groeien niet vast: 0-10 %. Hier is een nieuwe operatie voor nodig;
- Eén of meerdere tenen die de grond niet raken (floating toe syndroom): 30-40%;
- Langdurige zwelling van de voet: vrijwel 100%;
- Vorming van eelt onder de bal van de voet: 10%;
- Verdoofd gevoel van de huid van de teen (meestal 1 a 2 jaar durend): 10 – 15%;
- Stijfheid van de gewrichtjes van de middenvoetsbeentjes. De tenen zijn na een DMMO vaak ook stijver (buigen minder ver).
- Tijdelijk of blijvend verlies van bloedtoevoer naar het geopereerde middenvoetsbeentje (avasculaire necrose): zeer zeldzaam;
- Complex Regionaal Pijn Syndroom (CRPS), ook wel posttraumatische dystrofie (PD) of Südeckse dystrofie genoemd: zeer zeldzaam;
- Vertraagde wondgenezing of wondinfectie: 1-2%. *
* Betekent dat deze kans veel vaker voorkomt bij patiënten die roken
Hersteltijden
Hoe lang u niet kunt werken is afhankelijk van een aantal factoren. Hersteltijden zijn per persoon sterk verschillend, afhankelijk van uw leeftijd, uw gezondheid, uw gewicht en eventueel rookgedrag. Daarnaast speelt ook van het soort werk wat u doet, de reistijden en het vervoersmiddel van en naar uw werk een rol. Onderstaande lengte van ziekteverlof periodes zijn door patiënten gerapporteerde gemiddelden. Overleg uw ziekteverlof ALTIJD met uw bedrijfsarts!
Inkorten middenvoetsbeentjes (DMMO)
Verblijf in ziekenhuis | |
---|---|
In de meeste gevallen | Dagbehandeling |
Rust en hoog houden van de voet | |
In de meeste gevallen | 2 weken |
Hechtingen verwijderen | |
In de meeste gevallen | Geen, zelf oplosbare hechtingen |
Krukken | |
Eigen keuze | Eventueel voor comfort |
Ziekteverlof werk | |
Zittend werk | 4 weken gemiddeld |
Staand werk | 6 - 8 weken gemiddeld |
Zwelling van de voet | |
In de meeste gevallen | 12 weken gemiddeld |
Revalidatieschoen | |
In de meeste gevallen | Ongeveer 4 tot 8 weken na de operatie van de middenvoetsbeentjes, afhankelijk van wanneer een normale schoen verdragen wordt |
Schoenen | |
Wijde geveterde schoen | 8 tot 12 weken na de operatie |
Normale schoen | > 12 weken na de operatie |
Resultaat van de operatie | |
Goed | 3 maanden na de operatie |
Beter | 6 maanden na de operatie |
Best | 12 maanden na de operatie |
Kuitspierverlenging / achillespeesverlenging:
Verblijf in ziekenhuis | |
---|---|
In de meeste gevallen | Dagbehandeling |
Rust en hoog houden van de voet | |
In de meeste gevallen | 2 weken |
Hechtingen verwijderen | |
In de meeste gevallen | Geen, zelf oplosbare hechtingen |
Gips | |
Na kuitspierverlenging | 2 weken onbelast gips met krukken, daarna 2 weken nachtspalk |
Na achillespeesverlenging | 2 weken onbelast en 4 weken belast onderbeen gips |
Ziekteverlof werk | |
Zittend werk | Minimaal 4 weken |
Staand werk | 6 - 8 weken gemiddeld |
Zwelling van de voet | |
In de meeste gevallen | 3 - 6 maanden gemiddeld |
Schoenen | |
Platte revalidatieschoen | Direct na operatie |
Wijde geveterde schoen | 4 - 8 weken na de operatie |
Normale schoen | > 8 weken na de operatie |
Resultaat van de operatie | |
Goed | 2 - 3 maanden na de operatie |
Beter | 3 - 4 maanden na de operatie |
Best | 4 - 9 maanden na de operatie |