Scheefstand van de grote teen en de mogelijke gevolgen voor de tweede teen
Gevolgen van hallux valgus
Sommige mensen hebben geen last van de knobbel van de grote teen, maar ervaren pijnklachten van de tweede teen. Dit komt doordat de grote teen de tweede teen verdringt. Het meest vervelend is als de tweede teen omhoog gebogen wordt door de grote teen. De tweede teen kan op deze manier "uit de kom" worden gedrukt door de grote teen, dit kan veel pijnklachten veroorzaken. Als alleen de tweede teen klachten geeft en de scheefstand van de grote teen (hallux valgus) zelf geen pijn veroorzaakt, is het toch raadzaam om een operatieve correctie van de stand van de grote teen te doen. Immers, als de stand van de hallux valgus niet wordt verbeterd, zal de grote teen voortdurend tegen de tweede teen aan blijven drukken en de mogelijke gevolgen daarvan worden hieronder beschreven.
Als de tweede teen eenmaal langdurig uit de kom gedrukt is, kan dit probleem vaak moeilijk operatief verholpen worden. Waarom dit zo is, zal hieronder verder worden uitgelegd.
Langer bestaande hamerteenstand van de tweede teen
De tweede teen kan op drie verschillende manieren reageren op de druk van de hallux valgus
De ‘hamerteen’ wordt omhoog gedrukt door de druk van de grote teen.
De teen gaat vaak pijn doen aan de bovenkant en soms, als de nagel betrokken is bij de druk op de grond, kan dit ook veel (pijn)klachten veroorzaken op de top van de teen.
In een schematische weergave ziet het er zo uit:
In het begin is er vaak sprake van milde pijn en ongemak. De teen kan dan nog worden gestrekt. We noemen dat een soepele hamerteen. Maar naarmate deze hamerteen stand langer bestaat, wordt de tweede teen stijver in de kromstand en kan uiteindelijk niet meer recht worden geduwd. Er kan dan ook eeltvorming en/of likdoorns op de teen en onder de bal van de voet ontstaan.
Complicaties bij een hamerteen
Instabiel gewricht
Als een ernstige hamerteen al wat langer bestaat, wordt het gewrichtje van het betrokken middenvoetsbeentje steeds instabieler en kan de teen langzaam steeds verder uit de kom raken. In het begin zijn de gewrichts-glijvlakken zijn nog onbeschadigd, maar de teen is ‘uit balans’. De balans tussen de strek- en buigpezen van de teen is verstoord, daarnaast is ook de balans tussen de bandjes (de zogenaamde ligamenten) die het gewrichtskapsel stevig houden verstoord. Deze instabiliteit is vaak pijnlijk waar het gewricht buigt tijdens het lopen. Deze klachten komen vaak nog naast de bovengenoemde teenklachten, die aan de bovenkant en de top van de teen en de bal van de voet.
Dit gebeurt vaker bij forse scheefstand van de grote teen, dan wordt de tweede teen weggedrukt en wordt aan het gewrichtskapsel van die teen getrokken. Als de tweede teen omhoog gedrukt wordt, wordt hierdoor het kopje van het middenvoetsbeentje naar beneden geduwd. Hierdoor wordt het gewrichtskapsel aan de onderkant van het kopje steeds dunner en dunner, totdat het uiteindelijk scheurt. Zodra er scheurtjes in het kapsel ontstaan is het gewricht ‘instabiel’ geworden. De teen ‘schuift’ voortdurend in en uit het kommetje. Dit proces is vaak heel pijnlijk.
Als de grote teen nog langer de kans krijgt om tegen de tweede teen te drukken, kan het gewricht permanent uit de kom gaan staan. Op den duur kan namelijk de stevige band (de zogenaamde plantaire plaat) aan de onderkant van het gewrichtskopje scheuren. Daardoor schuift de teen steeds iets verder uit de kom. Hieronder is weergegeven hoe dat er van binnen uitziet.
Als het gewrichtje blijvend uit de kom is, komt de teen steeds hoger te staan. Meestal gaat het gewrichtje dan geleidelijk wat minder pijn doen. Het lichaam ‘went’ als het ware aan de nieuwe situatie. Wel kunnen op dat moment pijnklachten onder de bal van de voet ontstaan of erger worden. Dit komt omdat het middenvoetsbeentje steeds meer ‘de grond’ in wordt gedrukt door de hoogstaande teen.
Vorming van een nieuw gewricht (neo-gewricht)
Als de gewrichts-glijvlakken niet langer netjes tegenover elkaar liggen, kan door de druk op het dunne kraakbeenlaagje in het gewricht van het middenvoetsbeentje schade ontstaan. Op de plek waar de druk het grootst is, kan er door constante schuring tussen de twee botjes een soort ‘inkeping’ in het bot ontstaan. Deze ‘inkeping’ in het bot wordt ook wel een 'neo-gewricht' (nieuw ‘gewricht’) genoemd. Er ontstaat hierdoor als het ware een nieuw scharnierpunt.
Indien door een operatie de teen weer in zijn oorspronkelijke kom wordt geduwd, is er een reële kans dat de teen toch weer het ingesleten kommetje gaat opzoeken en daardoor de teen toch niet goed komt te staan.
Hierdoor is bij een permanent geluxeerd teentje de kans op een succesvolle operatieve ingreep bij voorbaat al kleiner. In de Bergmankliniek proberen we daarom een instabiele teen te opereren voordat deze definitief uit de kom staat, of nog gemakkelijk in zijn kommetje te duwen is.
Gewrichtsglijbaan
Wanneer het gewricht van de tweede teen heel langdurig uit de kom is (denk dan in termen van jaren), raakt de vorm van de gewrichtsvlakken steeds meer vervormd. Het voortdurend op en neer schuiven van de twee gewrichtsvlakken veroorzaakt dat de botten steeds verder ‘inslijten’. De bovenzijde van de kopje van het middenvoetsbeentje wordt langzaam een soort ‘glijbaan’ waarover het teenbotje heen glijdt.